woensdag 17 augustus 2011

Bijna 4 jaar zonder moeder


Ik was 18 en Merlijn 3 maanden oud, toen ik samen met hem een huisje betrok in Nieuwendijk.
Ik werkte fulltime en mijn moeder pastte op Merlijn.
Na 2 jaar baalde ik zo dat ik Merlijn amper zag, dat ik er voor koos parttime te gaan werken.
Merlijn was 3 jaar toen het bedrijf waar ik werkte ging reorganiseren en
daarmee mijn contract niet verlengt werd.
Het lukte me niet direct een andere baan te vinden en rondkomen van mijn werkloosheids-uitkering ging niet.
Mijn moeder bood me aan, in 2004, bij haar en mijn stiefvader in te trekken.

In 2004 ging mijn moeder naar de huisarts. Ze had een bultje op haar kuit en vertrouwde het niet.
De huisarts stelde haar gerust: een wratje en het ding werd aangestipt.
Het wratje ging niet weg, maar kreeg wat wild vlees erbij.
Opnieuw ging ze ermee naar de huisarts, die haar dit maal doorverwees naar de dermatoloog.
Ook hier werd ze gerustgesteld, zoiets zag men vaker bij een aangestipte wrat. Niets aan doen, lekker laten zitten.

Mijn moeder en stiefvader, waren tien jaar samen, toen ze besloten elkaar het JA-woord te gaan geven!
Ik woonde net weer in samen met Merlijn, dus mocht met alles meedenken en helpen, ontzettend bijzonder was dat!
26-08-2005 trouwden ze met elkaar, het was een fantastische dag!

De huwelijks-reis ging naar Spanje, ze hadden het onwijs leuk samen.
In Spanje kreeg mijn moeder veel last van haar “wratje”, het deed echt pijn en vervormde.

Terug in Nederland ging ze weer naar de Dermatoloog.
Deze zag er opnieuw geen kwaad in maar, vanwege de last, sneed hij het wel weg.
Twee weken later moest ze terug om de 2 hechtingen eruit te laten halen.
Mijn moeder had 2 kunstheupen en omdat zij daar die bewuste dag veel last van had, vroeg ze mij te rijden.
In de wachtkamer vroeg ik haar of ik mee naar binnen moest.
“Nee, blijf jij lekker met Merlijntje spelen, ik ben zo klaar joh!”

Ruim een half uur later kwam mijn moeder met regenstralen aan tranen naar buiten gestoven en riep: "Ik ga dood!"

Twee uur later moest zij, met haar man, terug komen bij de Dermatoloog.
Er volgde gesprekken, scans, MRI’s en bloedonderzoeken.
Die zelfde dag nog kregen we de diagnose.

Mijn moeders wratje, was geen wratje.
Het was een melanoom.
Een zeer agressieve en kwaadaardige vorm van huidkanker,
die zich verspreidt via lymfklieren en bloedbanen.

Toen ze dat ontdekte, in 2005 ruim een jaar later dus, was mijn moeder
al helemaal verkankerd.
Al haar organen en lymfklieren waren reeds voorzien van kanker!
De diagnose was direct: Terminaal, onbehandelbaar, nog maar twee maanden te leven.

Daar zaten we dan.
Dood, dood, dood, dood, dood, dood, dood, dood, dood en kanker.
Dat was het enige gespreksonderwerp bij ons thuis.

Twee weken na de diagnose kwam de begrafenisondernemer bij ons thuis.
Mijn moeder wilde graag haar eigen uitvaart regelen en dat deed ze!
Tot in de puntjes! Weer een week later gingen we grafstenen bekijken.
Ook die koos zij zelf uit!

Het was ontzettend zwaar, ook voor mij.
Ik zat er tenslotte de hele dag bij.
Om wat afleiding te hebben, schreef ik me in op een datingsite.
En ‘s avonds, als Merlijn sliep, sprak ik soms af.
Gewoon, om even weg te zijn, even wat afleiding.
Even een avondje geen dood, geen kanker.

Zo leerde ik in Januari 2006, mijn huidige man, Henk, kennen.
We hadden direct een enorme klik en het was ontzettend fijn, dat ik iemand had om alles mee te delen.
Henk vertelde ik: "Mijn moeder had eigenlijk al dood moeten zijn….".

Mijn moeder wilde absoluut nog niet dood, dat kon nog niet vond zij.
Zij kon ons nog niet zo achterlaten.
Ze ging vechten en gaf zich niet gewonnen.
Ze ging door met alles, wat zij altijd deed.
Ze stond erop dat ze behandeld zou worden, hoewel haar dat niet zou doen genezen.
Zo kwam zij bij Daniël den Hoed terecht in Rotterdam, waar zij deel mocht nemen aan experimentele behandelmethoden.
Ze werd bestraald en slikte hormoonkuren.

De eerste twee maanden na de diagnose waren een hel.
Maar mijn moeder gaf zich niet gewonnen, ging door met leven, zo als zij dat altijd al had gedaan.
Als wij in de Daniël de Hoed kliniek kwamen, was dat heel bijzonder.
Allerlei artsen kwamen kijken, er werd gesproken over haar:
"Mevrouw Biesheuvel is er weer!" Het was een soort van medisch wonder.
Ze heeft zelfs in een vaktijdschrijft van hen gestaan.

Meteen na de diagnose van mijn moeder ben ik gaan lezen.
“Samen verdrietig” heette het boekje, voor kinderen.
Ik heb destijds geleerd dat het het beste is een kind gewoon bij alles te betrekken, veel uit te leggen, geen geheimen, niet “sparen”.
Juist het onbekende maakt een kind bang of angstig, hij/zij zal dan zelf dingen in vullen of verzinnen.
Merlijn was 4 toen mijn moeder de diagnose kreeg.

Een anekdote:
Merlijn zat op zijn hurken voor de TV, oma in de stoel erachter.
Merlijn: “Oma, wanneer ga jij nu eigenlijk dood?”
Oma: “Dat weet oma nog niet jongen…”
Merlijn: “O, Oké!”
En hij ging verder met TV kijken.

Zoals ik eerder schreef, woonde Merlijn en ik in op het moment van de diagnose. Daarnaast was mijn moeder meer moeder voor Merlijn dan ik, daar ik geruime tijd fulltime werkte.
Dat is de reden geweest dat Henk en ik er voor kozen vrij snel samen te gaan wonen, met Merlijn. Mei 2006 verhuisden wij naar Hank.
Zodat oma, een echte oma kon worden. Een zekere afstand tussen Merlijn en haar, waarvan we hoopten dat dat voor Merlijn makkelijker zou zijn wanneer we haar zouden gaan verliezen.

Mijn moeder heeft met alles geholpen, de verhuizing, de tuin, ramen zemen.
Mensen spraken er schande over dat mijn terminale moeder in mijn tuin stond te zwoegen.
Maar het was gewoon mijn moeder! Die dingen deed zoals ze dat altijd deed!

Al die tijd wist ik natuurlijk dat mijn moeder terminaal was, dood zou gaan.
Maar eerlijk gezegd had ik me nooit bedacht dat ik dan geen moeder meer zou hebben…….

Tot 2007 heeft mijn stiefvader in de ziektewet gezeten, daarna moest hij weer aan het werk. Net toen het slechter begon te gaan met mijn moeder.
Ze had ontzettend veel melanomen op haar been, die onbeschrijfelijk veel pijn gaven.
Dagelijks kreeg zij lymfklier drainage.

's Ochtends bracht ik Merlijn naar school, dan reed ik naar mijn moeder.
Maanden lang reed ik met dikke tranen over de snelweg van Hank naar Nieuwendijk. Iedere dag opnieuw was ik zo ontzettend bang haar dood in haar stoel aan te treffen…….
Haar stoel, waar ze 's ochtends onder begeleiding van mijn stiefvader in ging zitten.
Als ik binnen kwam, was het eerste wat ze zei: “Goedemorgen vrouwke, wil jij een kopje thee voor je moeder maken? Ik heb zo’n dorst”.
Mijn hart brak, iedere dag opnieuw, want ze zat daar dan alweer 2 uur te wachten op wat drinken…..
Tussen de middag racete ik naar Hank, terug naar Nieuwendijk om met Merlijn, bij mijn moeder te lunchen.
Weer terug naar hank, terug naar Nieuwendijk en ’s middags haalde ik hem uit school, om juist ja, weer terug naar mijn moeder te gaan. Tot mijn stiefvader thuis kwam van zijn werk.

Het klinkt zwaar en heftig, zo voelde het destijds absoluut niet.
Haar lichamelijke conditie ging steeds meer achteruit, geestelijk bleef zij echter de zelfde moeder als altijd.
Het maakte gevoelsmatig weinig verschil, of ik haar gezond meenam of in een rolstoel, het was even gezellig als altijd geweest!

In 2007 verloofden Henk en ik ons. Omdat wij wisten dat mijn moeder nooit bij ons trouwen zou kunnen zijn, besloten wij een groot verlovingsfeest te geven!
Trouwen zouden we dan later, wel alleen met getuigen doen.
Mijn moeder was zo blij, zó ontzettend blij en gelukkig!
Ze hielp overal aan mee, maakte BBQ vlees klaar voor 50 man.
23-06-2007 zou de dag daar zijn.

Op 15 juni 2007, wij wilden net naar bed gaan, ging de telefoon.
Het was de moeder van Henk.
Op een 80 km weg was een man in een bocht rechtdoor gereden, in plaats van mee met de bocht.
Hij klapte frontaal tegen een Caddy aan.

In die auto zaten Roel, het broertje van Henk en Nicolle, zijn vriendin.
Nicolle was op slag dood.
Roel was met de traumahelicopter van Limburg naar Nijmegen gevlogen.
En lag daar nu, in zeer kritieke toestand.

We hebben Merlijn uit bed gehaald en naar mijn moeder gebracht en zijn met gepaste snelheid naar Nijmegen gereden.
Daar wachtte Henk’s ouders, zijn zus en haar man ons op.
Vanwege de druk in Roel’s hersenen konden er op dat moment geen onderzoeken gedaan worden.


De volgende ochtend werden we met zijn allen verwacht in de familie kamer. De kamer liep vol met medisch personeel, een voor een stelde ze zich netjes voor.
Toen gaven zij het verschrikkelijke nieuws: Roel was hersendood…..

Roel had op zijn donorformulier aangeven zijn hart te willen geven.
Deze was, door het ongeluk, niet door te geven.

De ouders van Roel besloten meteen dat, zoals je dat zo oneerbiedig noemt,
De sterkers eruit mochten.

Henk’s vader, Henk en ik waren erbij, toen de machine’s losgekoppeld werden……
Niet te beschrijven hoe dat is, hoe dat voelt. Overweldigend.
Roel is 24 geworden.

Kort daarna ben ik naar buiten gelopen en belde mijn moeder.
Het heeft 10 minuten geduurd voor ik door de tranen heen weer iets zeggen kon tegen haar.

We zijn meegegaan naar Limburg. Daar moest alles geregeld worden.
Merlijn werd een week lang opgevangen door mijn tante en oom, hij moest gewoon naar school.
Wij sliepen in de caravan van Henk’s ouders, zodat wij ook een eigen plekje hadden.

Ontzettend heftig, niet te beschrijven, wat er die week allemaal op ons is afgekomen. Zoveel verdriet, zoveel pijn en zoveel te regelen.

De avond voor de uitvaart van Roel, zaten Henk en ik in de Caravan.
We hadden onszelf net een goede borrel ingeschonken, toen de telefoon ging.
Het was mijn moeder, zij was opgenomen in het ziekenhuis!
Dat was zo ontzettend verschrikkelijk! Ik kon niet gaan rijden, had net alcohol op en ik kon Henk ook niet alleen achter laten voor mijn gevoel…
Mijn moeder verzekerde me nog niet dood te gaan, maar mensenlief wat was ik bang!

Roels uitvaart was ontzettend mooi, heel bijzonder en nog veel emotioneler. Er waren ontzettend veel mensen.

Zelfs mijn stiefvader kwam en mijn lieve moedertje heeft zich wel 100 keer verontschuldigt tegenover Henk’s ouders, dat ze echt niet mee kon.
De weken aansluitend zijn er heel wat Bossen bloemen over en weer gestuurd.



Mijn moeder mocht weer naar huis. Maar goed ging het helemaal niet.
Ze waren net verhuisd, dat wilde ze zo voor Coen en wij waren er al bang voor dat dat haar laatste doel zou zijn geweest.

Het verlovingsfeest heeft, begrijpelijk, nooit door kunnen gaan.


In augustus is mijn moeder opnieuw opgenomen in het ziekenhuis.
Ze had het zo ontzettend benauwd, dat ze aan de zuurstof moest.
Aan het begin van haar ziekte had ze een wilsverklaring opgesteld.
Zij wilde niet mensonwaardig lijden. En nu was de tijd daar dat ze daar gebruik van maakte, mijn moeder wilde euthanasie.

De euthanasie van mijn moeder heb ik al eens beschreven, dus dat doe ik nu niet nog een keer.
Op maandag 20-08-2007 kregen wij te horen dat mijn moeder woensdag 22-08-2007 om 15.00 zou komen te overlijden.
BAM!

De dagen er naar toe waren fijn en heel bijzonder.
Zo ontzettend krachtig is mijn moeder geweest. Van haar angst of verdriet was niets te merken, ze zei dat ze dat ook niet had.

Dinsdag nacht toen ik naar huis wilde gaan, vroeg ze me:
“Vrouwke, kom jij morgen iets vroeger? Dan kun je me even goed douchen. Dat is makkelijker dan wanneer ik dood ben”.

Dus woensdag was ik om 7 uur bij haar en heb ik haar gedoucht.
Met al mijn liefde heb ik haar gewassen, het water uit de kraan was eigenlijk overbodig. De tranen waren genoeg geweest.
Ik bleef haar haar masseren, ik wilde niet stoppen!
“Vrouwke, mama is nu echt moe, wil je me nu afdrogen?”

Mijn moeder is naar huis gebracht en daar heb ik haar samen met mijn allerliefste tante Trees, opgebaard.
Ze was prachtig en iedereen vond het heel fijn, dat ze gewoon nog even bij ons lag, in de huiskamer.
Merlijn schilderde in de tuin een prachtige trein op haar kist.
En op een avond zaten wij, haar dierbaarsten, aan het vlees, wat zij gemaakt had voor ons verlovingsfeest.

Er is zoveel gebeurd, zoveel bijzondere dingen, zoveel wat ik zou willen delen, maar het is teveel.
Het doet nog steeds verschrikkelijk veel pijn en het zou dan geen blog meer zijn maar een compleet boek.

Na het overlijden van mijn moeder ben ik ingestort, alles kwam er toen pas uit. Het is zo ontzettend heftig geweest.

Ik heb dit alles met grote moeite, veel tranen en pijn opgeschreven.
Ik mis mijn moeder verschrikkelijk. Iedere dag opnieuw doet het me nog pijn dat zij er niet meer is.
Regelmatig schrik ik nog van een gedachte, dan wil ik haar bellen. En dan opeens besef ik me, dat dat niet meer kan.
In de Efteling sta ik te huilen, omdat ik geen spek voor haar kan kopen en omdat de poppen van Fata Morgana nieuwe kleren hebben. Dat was haar favoriete attractie.

Ik wil gewoon even een stukje verdriet delen.
Deze week ben ik extra verdrietig. Dit jaar zou zij 50 geworden zijn.
En volgende week 22-08 is zij vier jaar dood.
Vier jaar! Al vier jaar moet ik mijn moeder dan missen, al vier jaar ben ik dan een wees!